Op 1 april 2025 te Tegucigalpa ontving Dina Meza de “San Óscar Arnulfo Romero y Galdámez” prijs tijdens een ceremonie van het Centraal-Amerikaans Parlement (PARLACEN). Meza is een Hondurese journaliste, mensenrechtenverdediger, directeur van de Vereniging voor Democratie en Mensenrechten (ASOPODEHU) en voorzitter van PEN Honduras, dat zich inzet voor journalisten in gevaar.
Sinds mei 2014 wordt Meza begeleid door PBI. Als mensenrechtenverdediger heeft zij misstanden, corruptie en bedreigingen voor het milieu aan het licht gebracht en als directeur van ASOPODEHU bracht zij verschillende zorgwekkende zaken onder de aandacht, waaronder die van volksvertegenwoordiger Jorge Jiménez, die wordt vervolgd door de Hondurese overheid, en de journalisten José Carlos Panameño en Monserrat Arita, die aan hun lot zijn overgelaten door een rechtssysteem dat met de macht samenwerkt.
Meza ronde in 1992 haar universitarie studie journalistiek af, hoewel zij het vak al sinds 1989 uitoefende—een pad dat zij insloeg na de ontvoering van haar broer. Als journaliste liet Meza zich vormen binnen meerdere internationale instellingen voor de verdediging van mensenrechten. Haar moedige werk bleef niet onopgemerkt: in 2007 ontving zij de speciale prijs van Amnesty International UK voor journalisten die onder bedreiging werken. In 2014 werd zij bekroond met de Oxfam Novib/PEN International Award for Freedom of Expression, en in 2020 volgde de prestigieuze Britse onderscheiding “Sir Henry Brooke Award”.
Deze indrukwekkende loopbaan en onverzettelijke inzet maken haar een krachtige stem in de regio—een stem die in haar toespraak bij PARLACEN de onderscheiding opdroeg aan de slachtoffers van mensenrechtenschendingen in de regio en herdacht daarbij ook de Salvadoraanse aartsbisschop Óscar Romero, die werd vermoord vanwege zijn veroordeling van bloedbaden, en benadrukte dat “zwijgen tegenover onrecht medeplichtigheid is.”
In de dankrede veroordeelde Meza verder de achteruitgang van de mensenrechten in Midden-Amerika, waarbij zij de staatsrepresaille met kogels, traangas en huurmoordenaars benadrukte als een bedreiging voor de waardigheid en stabiliteit. Ze bekritiseerde de achteruitgang in Honduras, waar een regering die in 2021 aantrad met de belofte van vrijheden nu vreedzame protesten onderdrukt en de burgerlijke hoop verraad. In een directe oproep aan het PARLACEN drong Meza er bij de afgevaardigden op aan om moedig te handelen en de regio om te vormen tot een bastion van vrede en democratie, waarbij zij erop aandrong dat “gerechtigheid geen keuze is, maar een verplichting”.
PBI erkent Meza’s inzet om belangrijke mensenrechtenschendingen onder de aandacht te brengen en waardeert hoe zij in haar werk niet alleen haar eigen strijd, maar ook die van andere mensenrechtenverdedigers zichtbaar maakt.
