Janine Tijhoff over haar werk voor PBI in Indonesië

Janine, waar komt je belangstelling voor het trainen en beveiliging en geweldloosheid vandaan?

Nou ja, ik kan slecht tegen onrecht. Het is als kind al begonnen met dieren, eigenlijk, ik was al vroeg actief voor de rechten van dieren. Ik ben opgeroeid met het ideaal van een goede wereld voor mensen en dieren.

Zelf wilde ik erg graag reizen en heb me daarom in India opgegeven als vrijwilliger om een aantal weken mee te kijken in o.a. een werkplaats voor doven, een meisjesgevangenis en een schooltje voor kinderen met een beperking. Later heb ik een tijdje in Egypte gewerkt als reisleider, maar voor mijn gevoel was dat niet genoeg, ik wilde iets bijdragen aan een verandering en niet alleen van afstand bekijken. Zo kwam ik terecht bij Peace Brigades International, waar ik een tiendaagse training volgde in geweldloze bescherming in conflictsituaties voordat ik in een team geplaatst werd.

En zo kwam je in Indonesië terecht?

Ik werd uitgezonden naar Indonesië en deed mee in twee teams, één in Jakarta en één in Papoea, om mensenrechtenverdedigers te beschermen met onze internationale aanwezigheid. Een geweldig stimulerende ervaring waar we veel leerden over het verdedigen van mensenrechten in de praktijk. In het Indonesië Project was veel aandacht voor Peace Education. Uiteindelijk zijn die teams gestopt omdat Indonesië geen buitenlandse NGO’s in Papoea wilde hebben en omdat er problemen waren rondom het verkrijgen van visa. Er zijn daarna diverse assessments gedaan, met de vraag wat het belangrijkste was voor mensenrechtenverdedigers en welke rol PBI daarbij zou kunnen vervullen. We kwamen op drie hoofdzaken die genoemd werden:

  • Het belang van betrouwbare informatie over mensenrechtenschendingen door middel van data verzamelen en documentatie
  • Veiligheidstrainingen voor leden en medewerkers van mensenrechtenorganisaties
  • Informatie verschaffen over de rechten waar sociale activisten aanspraak op kunnen doen. Dat zijn zowel rechten in de wetgeving van het land als in internationale verdragen. En hoe men lobby en advocacy kan uitvoeren.

Om aan deze behoefte te kunnen voldoen werd een samenwerkingsverband aangegaan met een lokale mensenrechtenorganisatie, ELSAM (Institute for policy research and advocacy), in Jakarta. Dit programma was gericht op het bouwen aan capaciteiten en niet op het uitvoeren van geweldloze bescherming aan mensen die bedreigd werden zoals in het eerdere project. Peace Brigades International biedt geen kant-en-klare oplossingen en gelooft in mensen die zelf besluiten nemen. Waar wel behoefte aan is, zijn vaardigheden om escalatie te voorkomen, om met gezagsdragers te onderhandelen, en om je eigen veiligheid als activisten goed voor te bereiden.

Het verzet tegen onderdrukking en het in gang zetten van sociale verandering vraagt kennis en techniek. Hoe breng je verandering op een geweldloze manier? En hoe zorg je dat jijzelf en de mensen die meedoen veilig blijven? Het leggen van zo’n basis is preventief werk, heel effectief voor het voorkomen van geweld en het indammen van escalatie van geweld. Met het programma konden we mogelijkheden aanbieden, waarmee mensen hun eigen keuzes kunnen maken.

Je bent dus een vredesheld die niet op de barricades staat?

Ik ben helemaal geen vredesheld! Ik kies voor het meewerken aan een stevige basis voor vrede en gerechtigheid, en voor het bij elkaar brengen van mensen die zich inzetten voor een betere wereld. Die mensen die werken aan verandering in hun eigen gemeenschappen en systemen, dat zijn de vredeshelden! Zij gaan ervoor, zij nemen de risico’s.

Hoe gaat dat in z’n werk?

In ons programma hadden we telkens een groep van 8-10 jonge defenders (korte naam voor mensenrechtenverdedigers) voor vier maanden lang bij elkaar om alles te leren dat van pas kan komen als je in verzet komt tegen onrecht. De deelnemers kwamen uit verschillende provincies, waaronder Atjeh, Kalimantan, Sulawesi en een groot aantal uit Papoea en West Papoea. Bijna 40% van de deelnemers bestond uit vrouwen. De deelnemers leerden niet alleen vaardigheden naar buiten toe, maar ook vaardigheden in de omgang met elkaar: hoe kom je tot een gedragen besluit, hoe ga je om met kritiek, hoe voer je uit wat je als groep besloten hebt, wat doe je bij irritaties en verschil van mening – kortom: werken als een team. Er kwamen gastsprekers vanuit andere NGO’s, universiteiten of onderzoeksinstituten om de verschillende onderwerpen te belichten. Er waren ook veldbezoeken en veel onderlinge uitwisseling van kennis en ideeën. En al deze nieuwe informatie werd steeds verwerkt in praktische opdrachten. Ook werden Train-de-trainer programma’s uitgevoerd waardoor de deelnemers nu in staat zijn om de aangeleerde kennis verder te verspreiden.

In veel provincies spelen landconflicten door de komst van grote investeerders. Zo nemen ook in Papoea enorme palmolieplantages steeds meer land in beslag en ondermijnen het leefomstandigheden van de lokale bevolking. De bevolking heeft vaak geen weet van hun rechten en van de middelen die hen te beschikking staan om de situatie te verbeteren. Het beleid vanuit Jakarta is vooral gericht op economische welvaart om de situatie van de Papua bevolking te verbeteren. Dat wordt zichtbaar in meer gebouwen en infrastructuur maar het levert de lokale bevolking nog niet direct vooruitgang op. Bovendien wordt met het kijken door alleen de economische lens aan veel zaken en misstanden voorbij gegaan. Op dit moment is het erg onrustig in Papoea. Rondom de viering van de Onafhankelijkheidsdag in Surabaya zijn 43 jongeren uit Papua opgepakt die betrokken zouden zijn bij het onteren van de Indonesische vlag. Ze werden o.a. door een aantal autoriteiten “apen” genoemd, wat een storm aan protest opleverde in verschillende steden. De spontane demonstraties richten zich naast het onderwerp van racisme ook steeds meer op de totale achterstelling van Papoea, de mensenrechtenschendingen en de roep om zelfbeschikking. Een aantal van onze studenten brengen nu de geleerde kennis in praktijk, waarbij ze alles kunnen gebruiken wat ze geoefend hebben: dialoog, documentatie, verlagen van agressie, enz. In de beperkte berichtgeving die naar buiten komt, is dat mooi om te horen.

Wat is je boodschap voor Nederlandse jongeren, als benoemde vredesheld?

Een buitenlands woord: ‘empowerment’ vat het goed samen. Als mensen ontdekken hoe krachtig ze zijn, en als ze perspectief zien, dan lossen ze ook grote problemen samen op. Zorg voor een basis aan kennis. Met het vergroten van kennis bouw je aan ‘Space for Peace’.

Verder is er natuurlijk de kracht van samen. Dat is niet zo gemakkelijk, vooral niet als er grote diversiteit is in de achtergrond van mensen, maar het is te ontwikkelen, er zijn oefeningen voor. En er moet bereidheid zijn om over alles te kunnen spreken. Diverse groepen bij elkaar brengen en leren naar elkaar te luisteren en overeenkomsten ontdekken kan grote solidariteit bewerkstelligen!

Joke Oranje, redacteur Gender en Duurzame Vrede (dit is een voorpublicatie van het artikel dat in de najaarseditie van 2019 zal verschijnen)