De nationale staking in Colombia

Wat begon als een vakbondsstaking is omgeslagen in een groot nationaal protest tegen de regering van Colombia. Meer dan 250.000 Colombianen protesteerden de laatste twee weken onafgebroken over een reeks kwesties waaronder het toenemende gevaar voor mensenrechtenverdedigers in het land. Tijdens de protesten hebben er gewelddadige confrontaties plaatsgevonden waarbij de 18-jarige Dilan Cruz, die zijn recht op sociaal protest uitoefende, het slachtoffer is geworden van een gewelddadige aanval op zijn leven. PBI is tegen alle vormen van geweld en is van mening dat het recht op vreedzaam protest een fundamenteel mensenrecht is dat moet worden beschermd.

Redenen achter de nationale staking

De nationale staking werd officieel aangekondigd op 4 oktober, die toen nog grotendeels onopgemerkt bleef omdat de media de staking negeerden. Een van de onderwerpen die bij deze staking speelde was het voorstel van de regering om belastingverlagingen voor grote bedrijven door te voeren en een belastingverhoging voor de gemiddelde Colombiaan. De vakbonden eisen dat het belastingvoorstel wordt verworpen. De regering stelt zelf dat er geen formele plannen zijn vastgesteld en dat er overleg met de vakbonden zal plaatsvinden voordat er een besluit wordt genomen.

Protesten in Bogotá (foto: Stefan Roolvink)

Ook is het voorstel voor economisch beleid van de nationale vereniging voor financiële instituties (ANIF) een punt wat veel spanning geeft onder de bevolking. De Bogota Post schrijft: “Een van de redenen voor de nationale staking van Colombia was een voorstel van het ANIF om jongeren 75% van het minimumloon te betalen. Voormalig president Uribe – die Duque steunde in zijn presidentiële campagne – stelde ook voor om de werkweek te verkorten wat  gevolgen kan hebben voor de pensioenen. Het derde punt van spanning hierbij was de mogelijkheid om de pensioenpremies te verhogen en de manier waarop Colpensiones (de Colombiaanse pensioenbeheerder) werkt te veranderen. De regering heeft ontkend dat ze plannen heeft om een van deze voorstellen uit te voeren”.

Een van de andere talrijke redenen voor de nationale staking is dat de regering er niet in slaagt om het vredesakkoord van 2016 met de linkse Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia (FARC-rebellen) na te leven en het geweld in het land steeds verder toeneemt. Leiders van beide partijen, Duque en Marquez, verklaarden elkaar opnieuw de oorlog terwijl dit door de bevolking op grote schaal juist wordt verworpen. Dit weerhield Duque er niet van toestemming te geven voor een bomaanslag in de buurt van een FARC-kamp waarbij acht kinderen om het leven zijn gekomen. Ook heeft het mislukken van de uitvoering van het vredesakkoord flinke gevolgen voor mensenrechtenverdedigers aangezien zij vaak het doelwit zijn van geweld. Sinds januari 2016 zijn er 738 sociale leiders vermoord en blijft het aanhoudende geweld tegen inheemse groepen een ernstig probleem. Sinds Duque in augustus vorig jaar president werd zijn er 135 inheemse mensen vermoord.

Een uitgebreide lijst van de vele redenen achter de nationale staking kan verder worden gelezen in dit Colombia Reports artikel.


Protesten

De plek waar Dilan Cruz is neergeschoten (foto: Stefan Roolvink)

Tijdens de protesten van de afgelopen weken zijn er gewelddadige botsingen voorgevallen tussen demonstranten en de politie waarbij minstens vijf mensen zijn gestorven. De regering heeft de onderdrukking van de protesten gemilitariseerd door het gebruik van traangas, verdovings-(flits)bommen en ernstige fysieke aanvallen op demonstranten. Hierbij is een tiener omgekomen door een hoofdwond nadat een projectiel was afgeschoten door de anti-oproer politie (Escuadrón Móvil Antidisturbios – ESMAD). De dood van de 18-jarige student Dilan Cruz heeft de houding van de studenten ten opzichte van de regering nog verder aangescherpt en heeft meer studenten ertoe aangezet om zich bij de protesten aan te sluiten. Na de dood van Dilan Cruz verklaarde PBI Colombia:

“We betreuren de dood van de jonge Dilan Cruz die in de uitoefening van zijn recht op vreedzaam protest het slachtoffer is geworden van een gewelddadige aanval. Geweld kan nooit worden gerechtvaardigd of gebruikt om conflicten op te lossen. Solidariteit en liefde voor zijn familie”.

Naast het excessieve gebruik van geweld door de ESMAD zijn willekeurige arrestaties en huiszoekingen twee andere tactieken die de politie gebruikt om demonstranten te onderdrukken. De campagne “Verdediging van de vrijheid: ieders probleem” (Defender la libertad: asunto de todas) registreerde dat er tussen 21 en 25 november 839 mensen in Colombia willekeurig zijn gearresteerd wegens deelname aan de protesten. De meeste van deze arrestaties waren illegaal volgens de controlerende waarborgrechter. Ook zijn 37 huiszoekingen gedaan in drie steden in Colombia, namelijk Bogotá, Cali en Medellín. Deze huiszoekingen vonden plaats in de huizen van mensenrechtenverdedigers, sociale leiders en alternatieve mediadiensten.

Tevens is er een toegenomen aanwezigheid van het nationale leger gemeld dat angst onder de demonstranten heeft aangewakkerd. Zowel de nationale als de lokale overheden hebben een decreet uitgevaardigd dat burgemeesters en gouverneurs de bevoegdheid geeft om een avondklok in te stellen. Deze acties stigmatiseren de demonstranten en betekenen een verlies van de garantie voor de Colombianen om hun recht op vreedzaam protest uit te oefenen. PBI Colombia heeft verklaard dat “Sociaal en vreedzaam protest een mensenrecht is, maar bovenal dat onevenredige onderdrukking van de burgerbevolking niet kan worden gerechtvaardigd”. Zij hebben gevraagd om garanties en respect voor het leven. PBI is tegen alle vormen van geweld en is van mening dat het recht op vreedzaam protest een fundamenteel mensenrecht is dat beschermd moet worden.