Nicaragua: de verdediging van mensenrechten kent geen grenzen

Wereldvluchtelingendag is een door de Verenigde Naties aangewezen internationale dag om vluchtelingen en ontheemden van over de hele wereld eer te bewijzen. Het vindt elk jaar op 20 juni plaats en is bedoeld om de kracht en moed te vieren van mensen die gedwongen zijn hun huis te verlaten om te ontsnappen aan conflict of vervolging. Wereldvluchtelingendag is een goede gelegenheid om begrip en empathie voor vluchtelingen en ontheemden te bevorderen, rekening houdend met de moeilijke omstandigheden waarin zij zich bevinden; daarnaast stelt de dag ons in staat om hun veerkracht te erkennen als het gaat om het opnieuw opbouwen van hun leven. – UNHCR, 2021

In Midden-Amerika zijn de cijfers van gedwongen verhuizing en gedwongen ballingschap de laatste vijf jaar verveelvoudigd: meer dan 890.000 Midden-Amerikanen hebben over de hele wereld hun toevlucht gezocht. Nicaragua is daarop geen uitzondering: sinds de sociale crisis van april 2018 en de verscherping van de onderdrukking tegen Nicaraguaanse burgers zijn 108.000 mensen het land ontvlucht, van wie naar schatting ongeveer 85.000 bescherming hebben gezocht in buurland Costa Rica.

Ook veel mensen die een sleutelrol spelen in de verdediging van mensenrechten hebben geprobeerd om hun leven te beschermen en hebben in Costa Rica een veilige plek gevonden om ook in ballingschap hun actieve rol voor hun gemeenschap voort te zetten. Ze hebben de afgelopen tijd vanuit Costa Rica de voortdurende mensenrechtenschendingen zichtbaar gemaakt in hun zoektocht naar garanties voor de volledige uitoefening en verdediging van mensenrechten.

PBI Nicaragua in Costa Rica en Fundación Acceso hebben een aantal van deze Nicaraguaanse mensenrechtenverdedigers in de schijnwerpers gezet, speciaal voor Wereldvluchtelingendag.

Deze moedige mensen blijven zich inzetten voor de mensenrechten van hun gemeenschappen ondanks dat ze zich ver van huis en haard bevinden. Vanuit PBI Nederland hebben we twee van deze verhalen vertaald, dat van Gonzalo en dat van Claudia. De andere zes verhalen vind je terug op de internationale website van PBI (Engels/Spaans).

Het verhaal van Gonzalo

“Ballingschap is een aanval op het levensproject van een ieder die zijn land heeft moeten verlaten om zichzelf te beschermen. Ik kwam op 30 december 2018 in Costa Rica aan nadat ze de mensenrechtenorganisatie waar ik voor werkte hadden aangevallen. Vertrekken via de bergen en lopen met de constante spanning dat ze je zullen grijpen, je land verlaten om toevlucht te zoeken in een ander land, dat alles creëert onbeschrijfelijke emoties. Ongeacht hoe je leeft of waar je woont, gedwongen verhuizing en scheiding van je familie of je omgeving is iets hartverscheurends. En het is erg moeilijk om een nieuw leven op te bouwen in een land waar je nauwelijks het gevoel krijgt dat je ooit op zal houden de eeuwige ‘andere’ te zijn. Hoewel mijn lichaam zich buiten mijn land bevindt, liggen mijn hart, mijn gedachten en mijn daden daar, waardoor het onmogelijk is om niet met Nicaragua bezig te zijn, nog meer in mijn werk als verdediger van mensenrechten.

Bezig blijven met de strijd is een manier om de permanente pijn te verlichten die ballingschap vertegenwoordigt. Bovendien geven de dromen en rechten om in een land in vrijheid te leven, waarvoor honderden levens zijn gegeven, me de kracht om te blijven werken voor de rechten van mijn volk en een stem te zijn die de slachtoffers begeleidt en de misstanden van de Nicaraguaanse regering aan de kaak stelt.

Ik zal niet opgeven, vanwege de droom om terug te keren naar mijn land en me met mijn familie te herenigen op een plek waar denken en spreken niet wordt bestraft, waar we ons volledig kunnen ontwikkelen en de garantie hebben dat we ons over straat kunnen bewegen zonder dat er een oorlogswapen op ons wordt gericht.

Het is een droom, een wens en een recht om terug te keren naar het land dat het onze is!”

Het verhaal van Claudia

“Als vrouwelijke activiste, feministe, milieuactiviste en mensenrechtenverdedigster gedurende 19 jaar had ik nooit verwacht dat ik mijn land zou moeten verlaten om mijn leven te verdedigen tegen doodsbedreigingen, vanwege het simpele feit dat ik op vreedzame wijze had geprotesteerd.

Ik ben getuige geweest van de wrede onderdrukking tegen het Nicaraguaanse volk. Ik ben samen met de jongeren op straat geweest, ik heb gewonden jongens gezien en heb ze eerste hulp gegeven. Het was erg pijnlijk, omdat sommigen ziekenhuiszorg nodig hadden, maar ze dwongen om de ziekenhuizen te sluiten, waardoor we ze niet konden redden.

Deze drie jaar in ballingschap zijn een synoniem geweest voor verzet. Hier aankomen met niets, zonder de mogelijkheid om een baan te krijgen in mijn vakgebied, discriminatie en xenofobie ervaren, een pandemie bovenop mijn pijn: dat alles is moeilijk geweest. Maar net als een leerling van het leven heb ik geleerd om op een waardige manier te overleven, veerkrachtiger te zijn, mijn vaardigheden te verbeteren en nieuwe talenten en vaardigheden te ontdekken, bijvoorbeeld op het gebied van ondernemerschap.

Soms vind ik het moeilijk om door te gaan, ik word moe van zoveel geweld, ik ben bang, ik stort in, maar dan herinner ik me weer dat ballingschap me in staat stelt om vrij en in leven te zijn, dus dat ik niet kan blijven zwijgen, nog minder nu ik niet weet waar mijn onlangs verdwenen broer zich precies bevindt, nog minder nu ik zie hoe mijn volk nog steeds wordt belegerd en vervolgd, zonder de mogelijkheid om aangifte te doen uit angst voor represailles. In die zin heeft de ballingschap me sterker gemaakt.

Ook zijn er mooie dingen gebeurd tijdens de ballingschap, zoals het ontmoeten van Nicaraguaanse mensenrechtenverdedigers die ik in mijn eigen land niet kende. Te midden van alle pijn is het een grote verademing geweest om elkaar te kunnen omhelzen, naar elkaar te luisteren, netwerken te vormen, onszelf te versterken en samen weerstand te bieden.

Meer dan ooit heeft Nicaragua degenen onder ons nodig die de mensenrechten verdedigen. Hier ben ik, terwijl ik de kracht van de natuur inadem en mijn stem verhef voor mijn broer, voor mijn familie, voor mijn vrije Nicaragua en voor mezelf.”